Hoogseizoen in Sinop
Bij de stad Samsun ( een van de grootste steden aan de Zwarte zee ) rijden we weer het binnenland in voor een rondje 'echt' Turkije.
We bezochten Tocat en sliepen op de parking van een ziekenhuis, reden verder door een schitterend berglandschap naar Amasya een prachtig gerestaureerd stadje aan de rivier
de Yeslirmak. Ook Zile een klein dorpje nog helemaal origineel met huizen die bijna uitelkaar vielen. Oude mannetjes theelurkend voor een moskee uit de 13e eeuw en joelende kinderen achter je aan die maar blijven schreeuwen: What is your name? Where are you from?
Zo'n plaatsje waar je maar gauw je korte broek verwisseld voor een lang exemplaar want hier komen nooit toeristen.
Op de terugweg reden we door een dal, waar rijst werd verbouwd.
Hier was een piepklein dorpje wat ontsnapt was aan het water van het stuwmeer.
5 huizen en een moskee met wat oude kromlopende mensen. Dit was een plek waar ooievaars het naar hun zin hadden. We telden zeker 15 nesten gebouwd op palen met daarin zeker 5 ooievaars. We hebben er een hele tijd naar staan kijken, wat een prachtig gezicht. De jonge ooievaars (met de zwarte snavels) stonden op het punt van uitvliegen.
We kwamen uiteindelijk weer uit bij de kust bij de plaats Sinop, de enige natuurlijke haven aan de Zwarte zee. Hier wonen al 3000 jaar mensen en in dit stadje vind je dan ook overblijfselen van oude moskee tot karavansarai en een gevangenis uit de 12e eeuw.
Hier staan we nu al 2 weken op camping Marti en het bevalt ons hier uitstekend.
De eerste week hadden we de hele camping voor ons zelf, er was nog niemand.
We staan pal aan zee, niemand voor ons dus een schitterend uitzicht over de zee, aan de rechterkant stroomt een rivier in zee en is er een zandbank waar duizenden meeuwen
zitten en tientallen koeien liggen te herkauwen in de zon.
Maar ook hier begint het hoogseizoen en wordt het drukker.
Enkele Duitsers en een gezellig Italiaans echtpaar waar we mee barbecueden.
Maar de laatste dagen komen de Turken kamperen en die hebben soms toch andere ideeën
Over het buitenleven. Eerste werk s'morgens is het opstoken van de samovar (2 theepotten een grote en een kleine, de grote met kokend water en de kleine met sterke thee) zo zet je de hele dag door kleine glaasjes sterke thee. Dit opstoken gaat gepaard met heel wat rook.
Op het strand zoeken de mannen naar hout wat in kleine stukjes wordt gekapt voor het kampvuur s' avonds, en wij maar hopen dat de wind de andere kant op staat.
De mensen zijn bijzonder aardig, alleen niemand spreekt Engels en dan wordt communicatie moeilijk. Ze voeren soms een compleet toneelstuk op om je iets duidelijk te maken.
Ook gebruiksaanwijzingen en dienstregelingen voor dolmussen zijn hier niet gebruikelijk. Je draait maar wat aan de knoppen van de wasmachine en als ie dan loopt heb je geluk. Wat eten betreft koken we hier op de camping meestal zelf. Eens in de 3 dagen doen we boodschappen met de dolmus in Sinop en op ons elektrische kookstel kun je zelfs met de harde wind die vaak in de namiddag gaat waaien prima koken.
Verse vis en forellen zijn hier goed verkrijgbaar en ook kipfilet vind je in het koelvak.
Alleen groente is altijd hetzelfde, hier wordt niets geïmporteerd maar gegeten wat de grond opbrengt. (aubergine, tomaat, komkommer, courgette en ui)
Dus wie er nog een recept weet met bovenstaande ingrediënten.........
Maar het is heerlijk om eens een paar weken op één plaats te staan en uit te rusten, te computeren, te lezen, te poetsen en te wassen.
We hebben besloten om niet naar de zuidkust te gaan. Het is van hieruit nog 1000 km en het is er razend druk en heet. Op 10 augustus begint de Ramadan en de Turken nemen dit jaar hun vakantie voor de Ramadan om daarna thuis te zijn. Dat is een van de redenen waarom het zo druk is aan de west en zuidkust.
De Zwarte zee heeft een aangenaam klimaat. De temperatuur komt niet boven de 30 gr.
Soms hebben we een bewolkte dag met een buitje. Heerlijk.
We hopen dat jullie het nog een beetje volhouden in de hitte van Nederland met de Oranjekoorts. Wij gaan van hieruit naar Istanbul en dan de bocht om van de Zwarte zee naar Bulgarije en Roemenie en dan weer richting Oostenrijk.
Modern Turkije
25 jaar geleden gingen wij met 2 tassen met het vliegtuig naar Turkije.
We reisden daar rond met langeafstandsbussen en dolmussen (kleine busjes) wat toen al
uitstekend geregeld was. Een visum was toen nog niet nodig.
De grote hotels waren er nog niet en de kust was nog prachtig ongerept.
We sliepen in kleine pensions of bij mensen thuis. Op de stations stonden vaak de eigenaars van de pensions gasten op te wachten met hun oude busjes.
De Turken waren bijzonder aardig en gastvrij. We werden vaak uitgenodigd om thee te komen drinken of te komen eten bij iemand thuis. De man sprak dan met de gasten en moeder de vrouw mocht alleen de thee komen brengen.
Het verschil met 25 jaar geleden is groot. De gammele dolmussen zijn vervangen door mooie moderne busjes Mercedes Vito waar de deur automatisch van sluit. De touringcars zijn splinternieuwe bussen compleet met airco.
De vieze toiletten van vroeger zijn vervangen door mooi sanitair, keurig schoon compleet met papier, zeep en wegwerphanddoekjes.
We zien nog wel veel lange regenjassen met hoofddoeken maar het is heel duidelijk dat de jongere generatie daar geen zin meer in heeft. Als je een familie aan tafel ziet zitten is moeder nog traditioneel gekleed maar de dochter loopt in spijkerbroek met t-shirt of zelfs topje en geen hoofddoek maar wel een mobieltje.
Als je kijkt hoeveel mannen de moskee bezoeken zie je ook hier de leeftijd boven de 50 liggen.
Maar de sfeer van het Turkije van vroeger hebben wij niet meer teruggevonden. Vrouwen rijdend op ezeltjes, paard en wagen, oude sfeervolle huizen, helaas de moderne tijd heeft ook hier zijn intrede gedaan.
De vele hoogbouwflat hebben schotels, de restaurants hebben vaak WIFI en in de grote steden zitten de hamburgerketens gebroederlijk naast elkaar.
Maar wat gelukkig gebleven is zijn de hartelijke Turken die je met handen en voeten iets proberen duidelijk te maken.
Onze Enjoy was in een garage in Trabzon uitgelijnd en de volgende dag kwam er een eng geluid uit een van de wielkasten. Gelukkig was er een stad verder weer een Nissangarage
(want alle automerken zijn ook hier vertegenwoordigd)
De monteurs zaten zich een beetje te vervelen en sprongen met 5 man in de houding toen wij aan kwamen rijden. Binnen de kortste keren lag er een onder de wagen met een pot vet en alles werd opnieuw afgesteld, de ander maakte een kapot achterlicht en de receptioniste bracht thee.
Ad vroeg wat de schade was en we mochten niks betalen, nou is dat niet ongelofelijk?
Toen de mannen maar wat geld voor een biertje gegeven (als Allah dat goed vindt) en wij
konden weer verder. Bedankt mannen kunnen wij in Nederland nog wat van leren.....
En hebben jullie ook al vakantieplannen want de schoolvakantie zit eraan te komen.
Wij vinden het heel leuk om van jullie plannen te horen!
De Zwarte Zee met zijn schitterende achterland
Uiteindelijk kwamen we uit in het uiterste oosten van Turkije bij de grens van Georgië.
Dit land hadden we best willen bezoeken (de vrouw van de president is een Nederlandse)
Maar de Enjoy is in Georgië niet verzekerd en het is nu juist zo goed geregeld nu we weer in Turkije zijn. Hier geldt weer de ANWB verzekering, pechhulp, repatriëring en de verzekering van de Enjoy enz.
Hopelijk hoeven we hier geen gebruik van te maken. In Jordanië en Syrië ben je alleen WA verzekerd met een gekochte verzekering aan de grens maar het voelt prettig als deze zaken goed zijn geregeld. Ook over visa hoeven we ons in Turkije geen zorgen te maken, je krijgt bij binnenkomst een visum voor 3 maanden, dus tijd genoeg.
De Zwarte zee was heel anders dan wij ons hadden voorgesteld (de reisgids had ons al gewaarschuwd)
Langs de kust loopt een 4 baansnelweg waar al het vrachtverkeer, touringcars, dolmussen en personenauto's overheen denderen richting Istanbul (1800 km)
Door de aanleg van deze weg zijn er geen natuurlijke havens en dat komt de sfeer niet ten goede. Weinig kleine gezellige vissersdorpjes, alleen Tirebolu sprong eruit, lag een eind van de snelweg en had nog wat van de sfeer van vroeger bvewaard.
We ontmoetten hier een aardige Turk die 10 jaar in Nederland had gewerkt, hij vond dat hij lang genoeg gewerkt had en was nu met pensioen (was 53) had hier een huis gekocht en genoot van het goede Turkse leven.
Als je van de snelweg het binnenland inrijdt kom je meteen in een schitterende groen berglandschap terecht wat werkelijk adembenemend is. Bij de kust in de omgeving van Rize wordt zelfs thee verbouwd. Wat in dit klimaat uitstekend gedijt. Temperatuur komt hier niet boven de 30 gr. en het regent iedere dag minimaal 1 keer soms vaker. Keiharde stortbuien.
(Het dak wat we met powertape hebben geplakt begint nu hier en daar te druppen)
Als je eind van de middag in de bergen rijdt hangt er een mysterieuze sfeer door de wolken en de mist.
Verder overal prachtige rivieren met hangbruggen maar helaas de mooie oude houten huizen moet je met een lampje zoeken. De moderne Turk woont liever in beton.
Overal staan betonnen sfeerloze flats, zelfs in dit gigantisch grote land waar toch ruimte in overvloed is.
We hebben prachtige tochten gemaakt met de Enjoy in de bergen, bergtoppen tot ver boven de boomgrens met hier en daar nog wat sneeuw. We hebben gekampeerd op een camping bij een forellenkwekerij want met zoveel schoon water groeien de forellen als kool.
De Enjoy rijdt moeiteloos tegen de vaak steile hellingen omhoog en ook het ruige terrein gaat prima. (overal wordt aan de weg gewerkt, dus vaak rij je over grint)
We bezochten het Sumelaklooster wat hoog in de bergen tegen een bergwand lijkt geplakt.
Het was een Grieks- orthodoxklooster, maar in 1923 is het door de paters verlaten omdat er een ruil is geweest tussen Griekenland en Turkije. Grieken terug naar Griekenland en Turken naar Turkije. Het klooster is nu een toeristische trekpleister. Het ligt in een magnifieke omgeving. Je klimt een uur het glibberige steile pad op en kunt dan de nog overgebleven fresco's bewonderen. Toeristen hebben in de loop der jaren hun namen in de prachtige schilderingen gekerfd en Moslims krasten de gezichten weg (net als in de kerkjes in Cappadocië)
Het berggebied wordt nu toegankelijk gemaakt, het is nog zo mooi ongerept omdat het haast onmogelijk was om er te komen. Nu worden er in hoog tempo wegen aangelegd en zeer ingenieuze projecten om stroom op te wekken,
Maar hopen dat het hier over 10 jaar nog zo mooi is, maar ik ben er bang voor....
Van woestijn naar groen gebergte
De woestijn was prachtig, maar we begonnen toch zo langzamerhand te verlangen naar
een koele en groene omgeving met wat minder culturele bezienswaardigheden want
onze harde schijf begint vol te raken.
In Syrië en Jordanië is zo ongelofelijk veel te zien dat het na 2 maanden tijd is voor wat
anders.
En anders werd het..... alleen veel koeler niet.
We bezochten als eerste de stad Sanliurfa, niet ver over de grens van Syrië.
Mooie stad met een citadel, waar volgens de overlevering Abraham vanaf sprong.
Aangezien Abraham ook in de Islam voorkomt is deze stad nu een pelgrimsoord.
Mooie bazar waar nog allerlei ambachten werden uitgevoerd o.a. metaalbewerken.
Ook een heerlijke theetuin met gras en fonteinen. (dat is lang geleden!)
Alleen koelte dat zit er voorlopig niet in..... het is hier weer dik 40 gr. en zeer vochtig en dat blijkt moeilijker te verdragen dan de droogte in de woestijn.
We hadden ons bijzonder verheugd op campings waar we heerlijk een boek konden lezen onder een boom zonder jongetjes die de hele dag roepen: what is your name? where are you from? Maar helaas....
Toen we in Katha aankwamen en de camping zagen liggen werden we daar niet vrolijk van.
Aan een drukke weg waar ook nog aan gewerkt werd, dus overal stof.
Op het kleine terreintje stond de bus met aanhanger van het rollende hotel met 40 Duitsers.
Hoe ze het uithouden in die kleine kippenhokken is mij een raadsel.
Toen de eigenaar mij vroeg hoe lang we wilden blijven zei ik nog geen 5 minuten..
Het was even stil, maar deze aardige Turk die goed Engels sprak (wat maar zelden voorkomt) begreep dat wij na meer dan 2 maanden reizen op zoek waren naar rust en stilte.
Hij belde met een vriend en wij mochten kamperen bij deze mensen die een eind verder
een restaurant hadden aan een stuwmeer. Super....wat een stilte.
De volgende dag hadden we bij deze aardige man wel een excursie geboekt naar de Nemrut Dagi.
Dit is een schitterend natuurreservaat waar het graf ligt van de koning van de staat Commagene. Deze koning ligt hier begraven op 2200 m, hoogte (om dichter bij God te zijn)
De enorme beelden die rond zijn mausoleum staan zijn wel door aardbevingen van hun sokkel gevallen, maar de koppen zijn nog in goede staat. (zijn duizenden jaren oud)
We waren blij met een minibus te zijn gegaan want het was een gigantische klim met zeer scherpe haarspeldbochten en nu kon Ad ook eens genieten van de omgeving.
De laatste jaren zijn er in Turkije gigantische stuwmeren aangelegd, om stroom op te wekken. Men heeft hele dalen vol water laten lopen met als gevolg dat er veel mensen dakloos werden ( en of die gecompenseerd werden?) verder liggen nu archeologische vindplaatsen tientallen meters onder water.
Wij staken met een oude veerboot een stuwmeer over en reden zo dwars door Turkije
(van zuid naar noord en dan helemaal aan de oostelijke kant)
Dit is een gedeelte van Turkije wat in geen enkele reisgids staat.
Van zuid naar noord passeerden we eerst de wuivende goudgele korenvelden, waar weer door de vrouwen met een zeis werd geoogst, alles met de hand tot de dorsmachine kwam.
Verder passeerden we diverse enorme stuwmeren en toen kwamen de bergen.
Eerst prachtig groen met bloeiende weidebloemen en smalle bergstroompjes.
We kampeerden bij een Thermaalhotel waar we gratis mochten staan en gebruik maken
Van het zeer warme zwembad en de hamman.
Verder noordwaarts werd het gebergte steeds hoger en ruiger. Overal werd aan de weg gewerkt en viaducten en bruggen gebouwd, zodat we regelmatig over zeer moeilijk terrein reden.
Bij Uzundere kampeerden we bij het politiebureau want de mooie plek aan de rivier vonden ze geen goed idee.
In Yusufeli een plaatsje aan een zeer snelstromende rivier (echt iets voor jullie Loes en Wouter) vonden we de camping na lang zoeken.
De volgende dag werd er een raftboot opgeblazen en vroegen we of we mee mochten.
Helaas er kon nog maar een persoon mee en dat werd Ad.
Ik mocht mee in het busje van 20 jaar oud waar de gaten in de vloer zaten als fotograaf.
Schitterend groen gebied, er zijn hier zelfs rijstvelden.
Het raften werd vakkundig begeleid door de zoon van de eigenaar die kampioen was van Turkije in kanoën.
Goodbye Jordan and welcome back Syrie
Afscheid van Jordanië, een buitengewoon mooi land met een schitterende natuur
Woestijnen, zee met koraalriffen, geschiedenis van duizenden jaren en een aardige bevolking.Alleen erg commercieel denkend (doen niks voor niks)
Vaak is dit land nog duurder dan Nederland.
Nu ruilen we de foto van koning Abdullah (zoon van wijlen koning Hoessein en koningin Noor) weer in voor de foto van onze 'vriend' Assad, de jongste zoon van president Assad.
Deze man heeft er niet om gevraagd om dit land te regeren, want hij studeerde in Londen voor oogarts toen zijn oudste broer verongelukte en hij naar huis werd geroepen om tot zijn
vader op te volgen. Hij kijkt op foto's ook niet erg vrolijk.
Na de hele grenzentoestand ( 3 uur) gingen we naar Bosra in Syrie. Weer zo'n plaats waar al duizenden jaren mensen bouwen met basaltblokken die de eeuwigheid halen.
Prachtig gaaf theater waar nog een maal per jaar een festival is. Jammer dat we dat niet kunnen meemaken.
Van Bosra naar Damascus, we hadden deze grote miljoenenstad uitgesteld en moesten er nu toch aan geloven, maar het viel reuze mee.
Vanuit het zuiden was de camping makkelijker te vinden dan van het noorden.
Het verkeer rijdt in 5 rijen (op 3 stroken) voetje voor voetje naar de stad en wij schuifelen rustig mee. We hebben de Enjoy gelukkig nog steeds heel gehouden.
Juist op het moment dat je denkt die camping komt niet meer, sloppenwijk, vuilnisbelt e.d.
Staat daar zowaar een bord camping......
Als je eenmaal het hek binnen bent gereden blijkt het een prima plek te zijn met zowaar brandschoon sanitair. Ook gezellige medecampeerders, die avond 2 Nederlandse jongens
otmoet die in 5 maanden met hun bus naar Zuid Afrika rijden.
Damascus was prachtig, als je eenmaal (met de taxi) in het centrum bent aangekomen is alles zowat autovrij. Logisch 500 jaar geleden bouwden ze de straten zo smal dat er geen auto doorkan en dat komt ons nu goed uit.
Damascus is de oudste constant bewoonde stad van de wereld.
We bezochten de prachtige Omayadenmoskee, de Soekh, Medressen (Koranscholen) en aten in prachtige paleizen uit de 17e eeuw die omgebouwd zijn tot restaurant met een grote binnentuin met parasols en fonteinen.
In deze stad wou ik graag naar de kapper (weer een verhaal apart)
Elke stad heeft tientallen herenkappers maar een dameskapper zie je nooit dus ik vroeg aan een kapper waar ik geknipt zou kunnen worden. Hij ging meteen bellen en 2 minuten later werden we opgehaald door de echtgenoot van de kapster die ons meenam dwars door allerlei kronkelende onooglijke straatjes naar zijn huis.
Als je dan door een oude poort stapt kom je ineens in een modern huis met allles erop en eraan en daar was de kapsalon. De kapster stond in een topje en schoot snel naar binnen
om iets anders aan te trekken en een hoofddoek om te doen.
Ze knipte perfect en ze liet mij haar hele huis zien. Super..
Van Damascus de woestijn in....prachtige rit naar Palmyra de stad van koningin Zenobia.
Ligt prachtig in een oase met palmbomen.
Vonden een camping voor ons alleen onder de palmen met een schoon zwembadje, maar wel vies sanitair maar je kunt niet alles hebben.
Het is hier alleen hot hot very very hot. 43 graden en een zeer droge lucht.
Je drinkt je de hele dag suf om je vochtgehalte op pijl te houden.
Gelukkig koelt het laat in de avond wel wat af zodat we goed slapen.
Op de meeste campings krijgen we flink stoom zodat ik kan koken op onze electrische tweepitter.
We koken best vaak zelf, want er is nu veel groent en fruit te krijgen.
Nog een ritje door de woestijn naar Deir el Zor (daar is het nog warmer....) dan verlaten we het Midden Oosten en gaan we naar Oost Turkije.
Eten bij Jordaniers thuis
Stond op het lijstje van de dingen die je zeker gedaan moest hebben voor je Jordanië verliet.
Wij waren onderweg naar Jerash (prachtige Romeinse stad, heel mooi gerestaureerd en nog
vrij gaaf) en we waren al verschillende keren verkeerd gereden.
We vroegen de weg aan de eigenaar van een autobedrijf en hij vroeg of we bij hem wilden komen lunchen.
Nou dat was natuurlijk een leuk aanbod, wij achter hem aangereden naar zijn huis.
Hij woonde in net zo'n afschuwelijk betonnen huis als iedereen in Jordanië en Syrië en het was leuk om nou eens de binnenkant te kunnen zien.
Men bouwt hier een huis van bijzonder lelijke goedkope grove grijze steen, die heel slordig op elkaar wordt gemetseld. Het betonijzer blijft er bovenuit steken. De bedoeling is dat de zoon des huizes t.z.t. een etage op het huis bouwt en daar gaan pa en ma dan wonen en de zoon gaat met zijn gezin naar beneden. ( is natuurlijk wel een goede vorm van opvang van ouderen ) Soms wordt er wel rekening gehouden met de kleur van de omgeving, als de stenen in de kleur van de bergen worden gebakken wordt het een eenheid met de natuur.
( deden de Romeinen en Nabateers ook)
Van binnen ziet het er best gezellig uit. Tegelvoeren met tapijten en allerlei soorten gordijnen over elkaar gedrapeerd.
Verder een hele lange bank langs alle zijden van de kamer en bijzettafeltjes.
Ad had een korte broek aan en dat wordt in het Midden Oosten niet gewaardeerd.
Ik zag onze gastheer al een paar keer afkeurend kijken. Ineens gaf hij zijn dochter opdracht om wat te gaan halen. Ze kwam terug met een complete Arabische outfit voor Ad.
Lange dunne witte broek, donkerblauwe djeballa, witte hoofddoek en een ring om de zaak op
zijn plaats te houden. Ik vond het hem prima staan. (oordeel zelf maar, zie foto)
Klaar voor de maaltijd. We aten kippenbouten, rijst, gebakken aardappelen met uien en salade. Onze gastvrouw had erg haar best gedaan. Valt alleen niet mee om aan zo'n laag tafeltje te zitten op de grond en te eten zonder bestek.
Ondertussen had AM ook een hoofddoek op gekregen en diverse cadeautjes.
Gelukkig hebben wij zelf ook altijd aardigheidjes uit Nederland bij ons (bedankt AM)
Toen het tijd werd om afscheid te nemen begon Ad zijn Arabisch kostuum uit te trekken, maar de gastheer wou dat absoluut niet hebben. Dat was een cadeau en dat moest mee naar Nederland, dus als we een Arabisch feest hebben of carnaval ........
Dode Zee
En dood was ie. Omdat er zoveel zout in de Dode zee zit groeit en leeft er dan ook helemaal niets in. Ook wordt er niet gevaren of een andere watersport bedreven.
Wij kampeerden op een parkeerterrein bij Amman Beach.
Het leek een mooi zwembad aan zee, redelijk rustig.
De volgende morgen zaten wij lekker onder een parasol toen de toeristenstroom weer
goed op gang kwam. Bussen vol met o.a. Fransen ( La Mèr Mort klinkt heel anders dan Dode zee.) De hele dag ging dat zo door. Bus komt aan, mensen eruit, zwempak aan, drijven in de Dode Zee (foto met de krant lezen) zwemmen in het zwembad, douchen en wegwezen terug naar de bus die al die tijd staat te ronken en uitlaatgassen verspreidt om de airco aan te kunnen laten. Wij vragen ons vaak af hoeveel touringcars er in de hele wereld staan te draaien alleen om de bus koel te houden. ( bij Petra stonden er zeker 50 de hele dag te stinken.)
Dit was tot nu toe de heetste plek van onze reis nl. 42 graden. Volgens Ad voelt het als douchen zonder water........
Er was een prachtig museum over de Dode zee, heel interessant, alleen de Dode zee is ten dode opgeschreven, men verwacht dat er over 50 jaar geen water meer in zal staan.
Petra
De grootste trekpleister van Jordanië is ongetwijfeld Petra, de stad van de Nabateeërs.
Jammer dat er zo'n grote toeristenkermis omheen is, dat maakt het net wat minder leuk.
Onze eerste kennismaking met Petra was 'Petra by candlelight' wat speciaal voor toeristen in het leven is geroepen.
s'Ávonds om 20.30 uur als het pikdonker is worden de Siq (de nauwe doorgang door de rotsen) tot en met de Treasury verlicht met kaarsen in papieren zakjes.
Dit geeft een heel serene sfeer als je bedenkt dat hier zo'n 2500 jaar geleden de
slimme Nabateeërs de rivier die door de doorgang tussen de rotsen stroomde verlegden zodat de doorgang vrij kwam. Dit was natuurlijk een heel veilige plek die moeiteloos met een grote steen kon worden afgesloten zodat de vijand buitengesloten kon worden.
Ze hadden ook al een waterleidingsysteem uitgedacht in die tijd met allerlei opvangkanalen en waterbakken voor dieren.
In die tijd werd hier handel gedreven met kooplui die uit alle windrichtingen kwamen, Bagdad, Mekka, Damascus, Petra ligt heel centraal.
Als je dan na wel een uur lopen in het donker plotseling voor de Treasury staat die met honderden kaarsen is verlicht geeft dat een speciaal gevoel.
Helaas geldt dit niet voor iedereen, want hoe vaak er ook gevraagd wordt niet met je camera te flitsen en stil te zijn om iedereen van dit speciale moment te laten genieten,
een Italiaan krijg je toch niet stil zeker niet een bus vol.
De volgende dag waren we al om 7.30 uur op weg voor het bezoek aan Petra bij daglicht.
We hadden op het parkeerterrein geslapen (wat niet onze favoriete kampeerplaats is)
maar we waren zo wel dicht bij de ingang.
Prachtig om dan dezelfde route in het licht te zien.
Het ochtendlicht geeft de rotsen een andere kleur dan het roze middaglicht.
Petra is een hele grote stad met tal van graven en tempels. Je kunt ook nog met een ezel
de berg op ( 850 treden) naar het klooster, maar dat hebben we de ezels niet aangedaan.
Wel hebben we het eerste en het laatste stuk op paarden gereden, deze paarden zagen er goed uit, een stuk beter dan hun arme collegapaarden die de koetsjes trokken met toeristen die minder goed ter been waren. Zij struikelden steeds over de grote gladde stenen die al door de Romeinen zijn gelegd.
Toen ik vroeg aan de eigenaar van de paarden wanneer ze te eten en te drinken kregen (de paarden) ze zijn misschien wel 10 tot 12 uur in touw in de hitte, zei hij dat ze pas s'avonds thuis wat kregen want het water was in Petra te duur.
Nou zijn wij donateur van Brooks hospital (een stichting voor paarden en ezels waar dierenartsen gratis de dieren die ziek of gewond zijn helpen)
Zij hebben in Petra drinkbakken en schaduwplaatsen voor de dieren gemaakt, maar wij vragen ons af of ze wel worden gebruikt.......
In de buurt van Petra ligt 'Little Petra' ook een kloof in de rotsen met tempels en graven.
Hier vlakbij ligt een prachtig natuurgebied waar ik helemaal weg van was.
Wij kwamen hier toevallig terecht omdat we een plek aan het zoeken waren om te kamperen.
We ontmoetten een Jordaniër die in een grot woont met zijn Nederlandse vriendin die hier
op bezoek was. Zij nodigden ons uit om eens op bezoek te komen in de grot.
We kampeerden in de buurt van de grot midden tussen de Bedoeinen met hun kuddes schapen, geiten, ezels en kamelen. Schitterend.
Op de 2e avond stopte er een auto en kwam een Bedoeien zich voorstellen heel leuk.
Ad bouwde nog een kampvuur, waarschijnlijk de enige keer dat we daar de kans voor krijgen.
Na Petra zijn we 2 dagen in het Dana natuurreservaat geweest, prachtig gewandeld
en fijn stil gekampeerd ( het is een wonder als je in dit land stilte vindt)